De Foz de Arbayún (“Kloof van Arbayún”) en de Foz de Lumbier (“Kloof van Lumbier”) zijn twee spectaculaire kloven in het oosten van Navarra. De Foz de Arbayún is gevormd door de Salazar rivier, die ontspringt in het dorpje Ochagavía. Deze kloof is 5,6 kilometer lang en heeft een hoogte van maar liefst 300 meter. De verscheidenheid aan natuur zorgt voor een kleurenspektakel tijdens de herfst.
Een paar kilometers verderop komt de Salazar rivier samen met de Irati rivier, die de Foz de Lumbier hebben gevormd. De Irati rivier ontspringt in het Woud van Irati, het op één na grootste en best bewaarde beuken- en dennenbos van Europa, na het Zwarte Woud in Duitsland.
Beide kloven hebben een rijke fauna en flora. De Foz van Arbayún heeft de grootste kolonie van vale gieren van Spanje, die ook bijna altijd te zien zijn. Naast het groote aantal vale gieren zijn er ook dassen, wilde zwijnen, vossen, reeën, marters of wilde katten in de omgeving.
Foz de Arbayún
De schoonheid van de Foz kan vanuit verschillende plekken bewonderd worden. De meest toegankelijke locatie om de grootsheid van dit gebied te aanschouwen is vanaf het uitkijkpunt Iso. Dit punt is gemakkelijk bereikbaar met de auto omdat het langs de weg ligt. Het uitzicht vanaf dit uitkijkpunt is te zien op de afbeelding hierboven.
Een andere optie is om de Foz te bekijken vanaf de brug van Bigüezal. Deze optie is vooral aan te raden in de zomer, omdat daar de mogelijkheid bestaat om in de rivier te zwemmen. Voor de meer avontuurlijke types bestaat ook de mogelijkheid om vanaf de brug het water in te springen, waarbij de rivier diep genoeg is voor een veilige sprong. Lokale bewoners genieten vaak van een picknick aan de oever van de rivier en gaan vervolgens lekker zwemmen.
Om hier te komen, dien je eerst te parkeren bij het dorpje Usún en vervolgens 1,6 kilometer te lopen tot aan de brug. Naast zwemmen en ontspannen bestaat ook de mogelijkheid om een wandelroute te volgen. Deze heeft een matige moeilijkheidsgraad en wordt niet aanbevolen voor mensen met hoogtevrees. Op enkele punten wordt het pad smaller met een afgrond aan de zijkant en moet je je vasthouden aan een stalen touw, maar het is minder uitdagend dan het op het eerste gezicht lijkt.
Foz de Lumbier
Ondanks dat de Foz de Lumbier minder spectaculair is dan de Foz de Arbayún, is deze populairder. De reden hiervoor is dat tussen 1911 en 1955 de eerste elektrische trein van Spanje langs deze route reed. Dit traject verbond Pamplona, de hoofdstad, met Sangüesa en was 58 km lang. De ontwikkeling van nieuwe treinroutes leidde tot de sluiting van dit traject, maar de herinnering blijft zichtbaar in de zogenaamde Vía Verde (“Groene Weg”).
De Foz de Lumbier is te bereiken vanaf de parkeerplaats op 2 km afstand van het dorpje Lumbier. Bezoekers moeten de Vía Verde volgen, een makkelijke wandeling van ongeveer 1 uur. Langs de route bevinden zich de twee tunnels waar vroeger de trein doorheen reed.
Aan het einde van de route bevinden zich de overblijfselen van de Puente del Diablo (“Brug van de Duivel”). Deze werd in de 16e eeuw gebouwd en werd verwoest door de Fransen in 1812, tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog. Deze brug heeft haar naam te danken aan de legende waarin de bouwer hulp aan de duivel vroeg om deze te bouwen.